-
1 het wordt menens
het wordt menens -
2 het wordt menens
het wordt menensVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het wordt menens
-
3 menens
♦voorbeelden:het is hem menens • he means it, he's serioushet wordt menens • it's getting seriousals het menens wordt • when things get serious -
4 menens
-
5 als het menens wordt
als het menens wordtVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > als het menens wordt
-
6 glove
n. handschoen; want--------v. handschoen[ gluv]♦voorbeelden:the gloves are off • het wordt menens→ kid kid/ -
7 the gloves are off
the gloves are off -
8 Ernst
〈m.; Ernstes〉♦voorbeelden:es wird Ernst • het wordt menensdas ist nicht Ihr Ernst! • dat meent u niet!im Ernst? • meent u dat echt?, serieus?im Ernst! • dat is geen grapje! -
9 es wird Ernst
-
10 band
n. band; orkest; bende--------v. verenigen; een band aanbrengenband1[ bænd] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 bende ⇒ groep, troep3 band ⇒ (dans)orkestje, fanfare, popgroep♦voorbeelden:1 a band of light • een lichtstreep/strooka black band round his hat • een zwart(e) lint/band om zijn hoeda rubber band • een elastiekjea pair of bands • bef¶ the band begins to play • nu wordt het ernstig/menens————————band2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
11 the band begins to play
nu wordt het ernstig/menens -
12 corser
corser [korsee]2 pittig, pikant, sterk maken♦voorbeelden:corser un récit • een verhaal spannend maken2 corser une sauce • een saus scherper, kruidiger makencorser du vin • alcohol bij de wijn doen♦voorbeelden:1 l'affaire se corse • het wordt spannend, menens -
13 l'affaire se corse
l'affaire se corsehet wordt spannend, menens -
14 chip
n. fiche; schilfer; gebakken--------v. afsplinteren, afbrokkelen; afkappen; beeldhoudenchip1[ tsjip] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 schilfertje ⇒ splinter(tje), scherf♦voorbeelden:〈 informeel〉 when the chips are down • als het erop aankomt, als het menens wordt¶ have a chip on one's shoulder • prikkelbaar zijn, lichtgeraakt zijn〈 slang〉 in the chip • rijk, welvarend————————chip21 afsplinteren ⇒ afbrokkelen, schilferen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (af)kappen ⇒ afsnijden, afbikken; onderbreken, in de rede vallen♦voorbeelden:1 chip off • afbikken, afbreken -
15 when the chips are down
als het erop aankomt, als het menens wordt -
16 péter
péter [peetee]♦voorbeelden:〈 informeel〉 il faut que ça pète (ou que ça dise pourquoi) • nu wordt het menens (of anders gebeurt er wat)♦voorbeelden:v2) knallen3) stuk gaan4) kapot maken -
17 il faut que ça pète
il faut que ça pète (ou que ça dise pourquoi)
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский